DE JUISTE AANPAK KIEZEN

Videoproductie door het MKB zélf

Je hoort wel eens "iedereen kan video maken", maar lukt dat ook regelmatig en professioneel genoeg voor jouw bedrijf?

Door Hilco Klinkert
16 juni 2022

Introductie

We horen steeds vaker dat MKB-ers iets (meer) met video willen gaan doen, maar niet weten hoe ze dat het beste kunnen aanpakken. Het gaat dan meestal om het maken of het inzetten van video.

In dit artikel richten we ons op het maken, oftewel produceren. We beginnen eerst met het vraagstuk 'zelf doen of uitbesteden?'. Dan volgt algemene kennis over het produceren van video

Daarna komen 7 vragen die je helpen om een eerste videoplan op te stellen. Aan het eind vind je extra informatie over basisrollen van film crews.


Wie doet wat: van alles zelf doen tot volledig uitbesteden aan een reclamebureau

Hieronder volgt een globale opbouw van ‘wie doet wat’ bij het maken van video. Het aantal (externe) betrokken in deze lijst loopt op, en daarmee ook de kosten. 

Van elke aanpak worden heel kort de voor- en nadelen aangegeven. Uiteraard zijn dit zeer generaliserende beschrijvingen en bestaan er ook hybride vormen.

Voorbeeld: een reclamebureau huurt een producer in die gespecialiseerd is in een bepaalde branche, die weer enkele gespecialiseerde freelancers inschakelt voor het creatieve traject, een productiebureau dat gelieerd is aan het reclamebureau en samenwerkt met interne mensen van de opdrachtgever voor het deel nadat de video is opgeleverd.

Alles zelf doen

  • Aanpak: het voorbereiden, filmen, nabewerken, distribueren en volgen & verbeteren wordt allemaal zelf gedaan. 
  • Voordelen: laagste kosten, maximale controle, maximale betrokkenheid. 
  • Nadelen: kost de eigen mensen het meeste tijd, afweging welke apparatuur zelf aan te moeten schaffen of huren kan lastig zijn, vraag is of er voldoende kennis en ervaring in huis is. 
  • Is het realistisch om alles zelf te doen?


Bewerking extern

  • Aanpak: Het voorbereiden en filmen wordt zelf gedaan, de nabewerking extern. De distributie en het volgen & verbeteren wordt weer intern gedaan. Montage wordt gedaan door een freelancer of bijvoorbeeld een dienst als Eddie
  • Voordelen: veel controle, alleen kosten voor een specialisme dat niet vaak in huis is, snel resultaat. 
  • Nadelen: de (montage) bestanden liggen komen extern te liggen (dit is in principe bij alle volgende opties ook zo). 
  • Is er iemand intern die kan (leren om te) monteren op voldoende niveau, en kunnen we die daar ook echt voldoende tijd voor geven?


Freelance videomaker inhuren

  • Aanpak: Een éénpitter gaat voor jou aan de slag, meestal zal die dan niet alleen filmen, maar ook monteren. De rest van het proces blijft intern. 
  • Voordelen: kosten vallen meestal mee, de ervaring -en apparatuur die doorgaans inhouse missen zijn geen probleem meer, freelancer denkt met je mee en kan je wellicht meer uit handen nemen dan puur het filmen en monteren. 
  • Nadelen: armslag, beschikbaarheid en opschaalbaarheid van een éénpitter zijn beperkt (al werken ze soms goed samen met anderen om dit op te lossen) 
  • Biedt de éénpitter voldoende kwaliteit en lange-termijn betrouwbaarheid?


Freelance producer inhuren

  • Aanpak: Een (onafhankelijke) producer inventariseert de eisen en wensen en zoekt daar de best passende samenstelling van makers en bureau’s bij, binnen het budget. In overleg kan dit alleen de productie betreffen, maar zeker ook stappen ervoor en erna.
  • Voordelen: toegang tot een netwerk van bewezen kwaliteit, schaalbaar, relatief lage kosten, één vaste contactpersoon terwijl er een legio aan creatieven en crew op de klus kan zitten. 
  • Nadelen: duurder dan een éénpitter, producer maakt in principe niets zelf, is afhankelijk van derde partijen. 
  • Zijn de voordelen van een producer als tussenschakel de ‘overhead’ waard?


Productiebedrijf inhuren

  • Aanpak: bij het productiebedrijf zijn soms veel vaste mensen in dienst, anderen werken meer met freelancers. Soms zijn ze graag vroeg betrokken, soms hebben ze het liefst een kant-en-klaar plan dat ze kunnen begroten en inplannen. 
  • Voordelen: werken met een partij die helemaal is ingesteld op het snel en goed maken van video’s? 
  • Nadelen: de kosten nemen flink toe (personeel, materiaal, studio) zonder dat het hele proces kan worden uitgevoerd. 
  • Begrijpen ze onze specifieke situatie goed genoeg en leveren ze op basis daarvan maatwerk of wordt het dertien-in-een-dozijn? Weten we zelf goed genoeg wat we willen en hebben we voldoende kennis en ervaring om het ‘uit handen te geven’ aan een partij die vooral uitvoert en misschien minder doorvraagt of goede suggesties doet?


Reclamebureau (of creative agency) inhuren

  • Aanpak: je vraagt deze partijen omdat je wil dat ze veel voor je overnemen, niet in de minste plaats het helpen meedenken over de beste strategie en de gehele creatieve en logistieke aanpak. 
  • Voordelen: voor alle aspecten is er een ervaren specialist, toegang tot de beste talenten en oplossingen, je kunt rekenen op uitgebreide analyse, advies en support. 
  • Nadelen: het meest kostbaar, soms bureaucratisch, soms voorstellen die niet passen bij de vraag (of het budget), soms lange trajecten door hun prioriteiten. 
  • Kan het reclamebureau/agency hard maken dat ze hun geld waard zijn, zijn er geen ongunstige (verstopte) voorwaarden, voelt het aan als een gelijkwaardige relatie, gaan ze niet teveel de voorwaarden bepalen of de controle overnemen?


Basiskennis & fases van videoproductie

Wie het ook doet, videoproductie valt eigenlijk altijd uiteen in 3 delen:

  • De voorbereiding
  • Het filmen (de 'shoot')
  • Nabewerking


Om deze fasen verder uit te leggen, gaan we uit van een situatie waarbij een MKB-er als opdrachtgever een producer aanstelt. Dit kan iemand intern zijn die daarvoor de skills heeft (of aan het ontwikkelen is). Maar het ligt meer voor de hand dat het iemand is van een productiebedrijf, creatief- of reclamebureaus. Of freelance natuurlijk. 

Elke situatie is anders, maar de volgende aanpak zie je op hoofdlijnen vaak terugkomen.

Pre-productie

Elke productie begint met een goed plan, zo simpel of uitgebreid als nodig is. De eerste stappen zijn vooral de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, al wordt deze er natuurlijk bij geholpen om alles scherper te krijgen door de producer.

  • De centrale boodschap 
  • Het ‘verhaal’ of de onderwerpen in het kort (kan gewoon met een paragraafje tekst of een lijstje bullet-points) 
  • Gebruik van de video: voor wie en waar wordt deze ingezet? 
  • Doel van de video: wat wil je dat de kijker aan het eind denkt of doet? 
  • Budget. Liefst een duidelijk getal, anders een 'range', maar minstens een redelijk begrip van mogelijke kosten.

De volgende stappen zijn vooral de verantwoordelijkheid van de producer en/of de diverse specialisten.

1. Script

Compleet uitgewerkt verhaal, de basis voor verdere voorbereiding en uitvoering.

2. Styling

Hoe gaan mensen, omgevingen, kleding of producten er uit zien?

3. Specialisten

Strategen, creatieven, media planners etc.: soms direct nodig, soms helemaal niet.

De aard en omvang van het project (en daarmee het budget) bepalen welke rollen er al vroegtijdig ingevuld moeten worden. Zo is het niet altijd nodig om er vroegtijdig een editor bij te hebben die de video gaat monteren. Maar het kan wel goed zijn om al vroeg een creatief or regisseur te laten aanschuiven, als de klus daarom vraagt.

4. Cast

Als er een mens (of dier) in de video voorkomt, bedenk dan wat voor iemand dat moet zijn: leeftijd, uiterlijke en fysieke kenmerken, afkomst, uitstraling etcetera. 

En vooral ook: wat moet diegene voor de camera goed kunnen? Is dat heel zakelijk kwartaalcijfers voorlezen, of met een glimlach een ingewikkelde technische handeling volbrengen?

5. Locaties

Ga je binnen of buiten filmen? Wat zijn de regels terplekke? Welke voorzieningen moet je treffen? Deze overwegingen moeten in de loop van de pre-productie fase allemaal goed worden uitgewerkt.

6. Minimale crew / rollen
  • Regie: heeft de algehele leiding over een shoot en kan ook de interviewer zijn
  • Camera: bedient de camera en moet zorgen voor een goed beeld 
  • Licht: zorgt dat de belichting goed, meestal met behulp van meerdere lampen 
  • Geluid: neemt met een microfoon (stem)geluid op, synchroon met het beeld 

Notabene: deze rollen kunnen ook door minder dan 4 personen worden uitgevoerd. Zo kan een ervaren freelancer ook alleen deze taken wel af. Of er is bijvoorbeeld iemand voor het licht die ook geluid en de camera doet. Maar zoals altijd: hoe meer taken één persoon heeft, hoe meer tijd diegene daarvoor nodig heeft en/of hoe minder kwalitatieve aandacht er naar elke taak kan gaan. Zie daarom ook bijlage ‘Basisrollen film crew’.


7. Minimale apparatuur
  • Bij een shoot: camera (eventueel met lenzen), microfoon, licht 
  • Bij CG video en sowieso voor montage: de juiste computer(s), randapparatuur en software

8. Planning met belangrijkste mijlpalen

Het belangrijkste is vaak het moment dat de video af moet zijn om 'on air' of online te gaan. Vanaf dat punt kunnen de volgende momenten worden teruggerekend (sommige zijn niet van toepassing zijn bij kleinere producties):

  • Kick-off: het moment dat de opdrachtgever, producer en andere belangrijke betrokkenen samen komen om alles door te spreken 
  • Start pre-productie: bij grotere klussen gaan op dit punt veel mensen van start, daarom is een akkoord op alle hoofdlijnen (en kosten) belangrijk 
  • PPM: deze ‘pre-production meeting’ is bedoeld om alle voorbereide zaken te presenteren, aan te passen en uiteindelijk vast te leggen (met goedkeuring van de klant) voor de productie. Dit kunnen ook meerdere voorbereidende meetings zijn, eventueel specifiek over alleen locatie bijvoorbeeld, maar als afronding van preproductie en ‘groen licht’ voor de productie moet er een zijn waar alle puntjes op de i zijn gezet. 
  • Productie, meer specifiek de draaidagen. Iedereen moet kunnen en ruim op tijd zijn. 
  • Montage en akkoord op montage (het 'verhaal' is af en wordt niet meer veranderd) 
  • Nabewerking (zoals color-grading) kleur en audio > Definitief akkoord 
  • Mastering & versioning: in bepaalde (technische) formaten of varianten (doelgroep, land, etc.) opleveren 
  • Activatieperiode: tijdsbestek dat nodig is voor andere partijen (intern en/of extern) om de video klaar te zetten, bijvoorbeeld voor een online campagne of een reclame op TV. 
  • Evaluatie: wanneer dat mogelijk is en opportuun 
  • Aanpassing: bij online gebruik kan er al gepland worden om optimalisatie te doen op basis van de evaluatie, of een schema met verschillende versies voor verschillende momenten (bijvoorbeeld Valentijn, zomer, kerst) productvariaties (‘nu ook in blauw’) of landen.

9. Offerte

Deze wordt vaak opgedeeld in pre-productie, productie en postproductie. Dit geeft ook de mogelijkheid om kosten tussentijds te herzien als de opdrachtgever (grote) wijzigingen verlangt die niet binnen het budget gecompenseerd kunnen worden. We gaan er van uit dat de klant bij een videoproductie een bedrijf is en dat alle kosten dus excl. BTW worden opgevoerd. Stel dat het gaat om een trouwvideo voor particulieren, dan zouden alle kosten wel incl. BTW moeten worden opgevoerd.

10. Oplevering 'deliverables'

Welke formaten en versies zijn er uiteindelijk nodig? 

Dit kan gepaard gaan met veel technische specificaties voor heel veel varianten (formaat, taal, doelgroep, kanaal etcetera).

Of simpelweg ‘een MP4-tje van 1920x1080 zonder geluid’ alstublieft.

11. Rechten

Soms is het niet nodig om je bezig te houden met tekenen van overeengekomen rechten, bijvoorbeeld een marketing manager die een eigen werknemer interviewt voor een video op hun website). 

Maar dit wordt steeds belangrijker naarmate het gebruik uitgebreider is (in aard, publiek, kanaal, lengte, periode, geografie) er meer cast, crew, locaties en bijzondere elementen er in het script zitten. 

Denk bijvoorbeeld aan een kunstwerk in de achtergrond of een gevaarlijke stunt!

Productie

Computer-gegenereerde videoproductie noem je ook wel CG, CGI of animatie. Dan gebeurt de 'maak fase' helemaal binnen, achter de computer, zonder rekening te hoeven houden met weersomstandigheden, of de beschikbaarheid en beperkingen van locaties.

Bij 'echt' filmen heet deze fase ook wel de shoot en spreekt men over draaidagen, uit de tijd dat je nog met een zwendel de filmrol door de camera moest draaien.

In dat geval heb je veel externe factoren om rekening mee te houden. Met name omdat er meerdere mensen voor én achter de camera op het juiste moment hun beste prestatie moeten neerzetten. 

Zowel bij shoots als CG is er doorgaans een shotlist waarop precies staat welke shots moeten worden gemaakt en waar die shots aan moeten voldoen. Het is tijdens de hectiek van een shoot heel belangrijk om deze lijst met aandacht en vertrouwen af te kunnen vinken. 

Bij shoots is er ook een callsheet, waarop staat wie wanneer waar moet zijn en essentiële contactgegevens (producer, locatie, hulpdiensten) en belangrijke praktische dingen om aan te denken zoals bijvoorbeeld weersverwachting en parkeer aanwijzingen.

Postproductie

In deze fase wordt het geschoten materiaal bewerkt tot het eindproduct. Belangrijke stappen daarbij zijn:


1. Beeldmontage

Geschoten beelden en eventueel aanvullend materiaal ('b-roll') worden samengebracht. Meestal is het script daar weer de basis voor. 

Het beeldverhaal kan daarbij leidend zijn voor de lengte en timing, maar soms kan het juist handig zijn om om de stem of tekst hiervoor als leidraad te nemen. 

2. Geluidsbewerking

Meestal komt het de kwaliteit ten goede om het opgenomen geluid te controleren. Waar nodig kan dan storend geluid worden verminderd of een zachte stem worden versterkt. 

In audio-termen wordt gesproken van een 'final mix' die alle geluiden optimaal op elkaar afgestemt.

3. Muziek en geluidseffecten

Hier gaat het om een passend muziekje in de achtergrond, van een 'stock track' tot een gecomponeerd stuk. Of geluidseffecten die samenvallen met wat er in beeld gebeurt, zoals het dichtslaan van een deur of het lopen over grint.

4. Visuele effecten

Een film die niet geschoten is, maar volledig CG, is natuurlijk één groot visueel effect. Afgezien daarvan kun je veel kunstmatig beeld invoegen, van een extra zonnetje tot een explosie met rook en vuur. Daar zijn wel specialisten voor nodig en zal dit veel extra tijd en kosten met zich meebrengen, naarmate het complexer wordt.

5. Titels en grafische elementen

Bij openen en sluiten van de film zijn er doorgaans teksten op het beeld, van de titel tot de aftiteling. Tussendoor is het soms ook nodig om de naam, functie of bijvoorbeeld plaats aan te geven. 

Je ziet vaak 'branding' bij commercieel ingestoken video's, met in ieder geval een logo en soms meer visuele elementen in de huisstijl.

Ondertiteling is meestal iets dat pas gebeurt als de film volledig af is. Op YouTube bijvoorbeeld, kun je een apart bestand toevoegen aan de video voor elke taal die je erbij wil doen. Dan blijft de video 'schoon' en veelzijdig inzetbaar.

6. Kleurcorrectie

Door de kleuren te corrigeren kun je matige beelden optimaliseren. Je kunt indien gewenst ook kleurcorrectie toepassen om een bepaalde 'look' creëren, die past bij de stijl en setting van het verhaal.

 Specialisten kunnen hiermee zelfs bepaalde scènes extra gevoel meegeven, of karakterontwikkelingen in een film benadrukken. 

7. Eindmontage

Als alle elementen in orde zijn, dan wordt alles samengebracht tot één geheel en kan de film worden 'uitgedraaid' in de gewenste formaten en varianten. Daarbij is het gebruik belangrijk: voor op mobiel of in de bioscoop zijn er natuurlijk heel verschillende eisen aan het bestand.

Het goed 'opruimen' en archiveren van een project is ook belangrijk, zodat er later aanpassingen kunnen worden gedaan, eventueel door iemand anders. Dan moeten alle nodige bestanden er nog in de juiste kwaliteit zijn en het helpt als alles dan overzichtelijk is genoemd en ingedeeld.


Notabene: In de praktijk kunnen sommige stappen binnen deze fases verschuiven naar andere fases. Soms bewust, door bijvoorbeeld computer visualisatie al in de voorbereiding te gebruiken om een beter idee te krijgen van filmen op locatie. Soms omdat er tijdens de montage blijkt dat er iets extra of opnieuw moet worden gefilmd.


Vertonen!

Na het opleveren van de video (versies) begint het volgende feestje: zorgen dat de juiste mensen de video te zien krijgen en je er het gewenste resultaat mee bereikt.

De distributie of inzet van video is een vak op zich en een apart artikel waard. Daarom gaan we er hier (nog) niet verder op in.  

Zeven vragen

Als je deze 7 vragen kunt beantwoorden, heb je een goede basis om een videoplan te maken.

Vraag 1: Wat wil je er mee bereiken?

Of je nu zelf aan de slag gaat, of een ander de opdracht geeft: je moet weten waar je het voor doet. Begin daarom van voren af aan, met wat jouw bedrijf in algemene zin wil bereiken. Als je dat nog niet scherp hebt, wordt alles wat je verder wil doen of maken, een stuk lastiger - zo ook videoproductie.

Vervolgens bepaal je wat je met video wil bereiken; in algemene zin, of met 1 concrete video.


Vraag 2: Wat zijn relevante ontwikkelingen?

Misschien hou je het zelf een beetje in de gaten. Of is er iemand in jouw bedrijf die je meer kan vertellen. Zorg in ieder geval dat je recente ontwikkelingen in kaart brengt, die van invloed kunnen zijn op jouw video en het succes daarvan. 

Hierbij twee voorbeelden.

Voorbeeld 1: video's langs de 'customer journey'
  • Awareness
    - TV commercial
    - Buitenreclame (digitale schermen)
    - Pre-roll op YouTube
    In deze eerste stap kan het nog gaan om merk, product of dienst 

  • Interest
    - Advertorial
    - Influencer review / testimonial
    In deze stap gaat het in principe niet meer over het merk, maar meer specifiek om een product of dienst (of verzameling daarvan) 

  • Consideration
    - Expert review
    - Link in e-mailmarketing en op belangrijke (actie) pagina’s van de website met een aantrekkelijke thumbnail en duidelijke play button
    - Teaser voor nieuwe dingen
    - Banner ad (GIF) social media 

  • Evaluation
    - Productuitleg
    - Productdemonstratie
    - Banner ad (GIF) vergelijkingssites
    - Interactieve video (b.v. rondleiding) 

  • Decision
    - Testimonial
    - Upsell/cross-sell

  • Purchase
    - ‘Bedankt voor je bestelling’
    - ‘What’s next?’
    - Wachtverzachter (playlist) 

  • Repeat
    - ‘Haal het meeste uit je aankoop’
    - ‘Denk ook eens aan deze accessoires’
    - ‘Deze nieuwe versie is nu uit’ 

  • Loyalty
    - Reacties op input en feedback van klanten (via klantenservice of social media)
    - ‘Dank dat je klant bij ons bent’ 

  • Advocacy
    - Fan testimonials & interactie
    - Werken bij, vacatures

Voorbeeld 2: vertical video

Met de enorme opkomst van de smartphone en ‘social’ apps, heeft de ‘staande video’ voldoende aan populariteit gewonnen om ook serieus ingezet te kunnen worden. 

Doe dat wel waar het hoort! Als je doelgroep vooral kanalen gebruikt op smartphone, dan is een staande video prima. 

Maar op de desktop versie van je eigen website is ‘liggend’ vaak beter. Bovendien passen kleinere apparaten zich vaak redelijk goed aan als je die kantelt om de video op volledig scherm te bekijken.

Vraag 3: Wat doe je al met video?

Maak een overzicht van wat er al gemaakt is en gedaan wordt met video. Je doet hiermee een snelle scan en noteert opvallende kenmerken, zodat je kan vaststellen wat terugkerende elementen zijn en waar de variatie in zit.  Je kunt hierbij onder andere kijken naar:

  • Je eigen website
  • Je YouTube-kanaal (of ander videoplatform)
  • Welke resultaten YouTube weergeeft bij zoektermen waarmee je wil dat jouw video's gevonden worden
  • Interne kanalen
  • Narrowcasting, outdoor, TV, etcetera

Let bij elke video op zaken als:

  • Inhoud. Wat is het onderwerp en komt dat duidelijk genoeg over?
  • Huisstijl. Zijn er vaste elementen zoals logo, lettertype en kleurgebruik?
  • Stijl. Wat valt er verder op aan esthetiek?
  • Sfeer. Is de vibe zakelijk of komisch? Informatief of verkopend?
  • Geluid. Is de stem goed (verstaanbaar) en de (achtergrond)muziek passend? 
  • Lengte en tempo
  • Balans. Komt alles mooi samen? Zijn de beelden passend bij het verhaal? Is er een prettige verhouding tussen informatie en 'decoratie'? 
  • Bij online:
    - Kijk goed naar de thumbnail en omschrijving
    - Check natuurlijk de views en overige interacties/data
  • Wat vind je er goed aan en wat kan beter?

Vraag 4: Wat doen anderen?

Doe nu hetzelfde nog een keer voor:

  • Vakgenoten, concullega's, je branche
  • Video's van makers of bedrijven die je inspireren

Vraag 5: Wanneer heeft video meerwaarde?

Als je vraag 1 tot en met 4 hebt uitgewerkt, heb je een redelijk goed beeld van waar jouw videoproductie aan moet voldoen. Met name voor wie je deze maakt en waarom. 

Daar volgt dan weer uit wat voor video het inhoudelijk en qua vorm globaal moet worden. 

Maak een onderbouwing voor je aanpak als geheel en/of voor elke video afzonderlijk.

Zo 'knal je niet een filmpje online', maar creëer je communicatie die je bedrijf en klanten verder helpt.

Vraag 6: Wat zijn succesfactoren?

Nu je globaal weet wat voor video je gaat maken, voor wie, en waar je die in gaat zetten, kun je dieper duiken in de factoren die jouw video tot een succes gaan maken. 

Welke dat zijn, hangt voor een deel af van de situatie, maar over het algemeen geldt het volgende.

Algemeen
  • Neem tekst als uitgangspunt. Eerst een goed verhaal, dan pas verbeelden. Hier kun je een ‘script’ voor schrijven, maar als dat afschrikt begin je gewoon met een beschrijvende paragraaf en verder net zo veel bullet-points als je nodig hebt voor de belangrijkste punten die je aan bod wil laten komen.
  • Integreer video’s in website, nieuwsbrief, LinkedIn en andere digitale kanalen.
  • Moeite blijven doen: zet er structureel toegewijde mensen en middelen op.

Relevantie
  • Goede content is relevant en dat gaat ook op voor video: Je moet precies weten waar je doelgroep(en) naar zoeken en waar ze voor naar jou toe (zouden moeten) komen. Van die informatie moet je de koppeling maken naar:
  • Right time: wanneer wil je idealiter dat de video wordt bekeken? Is dat heel vroeg, zodat ze je bestaan leren kennen? Of is dat als ze hulp nodig hebben bij gebruik van het product als ze die al in huis hebben?
  • Right type: bv. een vrij algemene unboxing of een behoorlijk technische review? Misschien allebei?
  • Right format: kort of lang, met of zonder presentator, etc.
  • Right place: welke kanalen, waar binnen die kanalen en waar op elk paginatype? 

Consistentie
  • Biedt het soort video aan op de plek waar consumenten dat verwachten. Bijvoorbeeld: als je voor een gewild product uitlegvideo’s maakt, dan wil de consument het liefst ook zo’n video zien bij concurrerende en alternatieve producten.
  • Sommige video’s moeten er z.s.m. zijn, zoals wanneer een product online in de verkoop gaat. 
  • Bouw volume op: video’s met nuttige uitleg kunnen een langere levensduur hebben dan je denkt. De waarde van de long tail is veel groter dan video’s over de actualiteit, die meestal meer inspanning kosten en een kortere levensduur hebben.

Metadata: meten is weten
  • Zorg dat de titel, beschrijving en tagging van de video’s geoptimaliseerd zijn. Dat is in de eerste plaats tekstueel, maar ook een goede thumbnail is belangrijk. 
  • Hou bij hoe de video’s ‘presteren’:
    - Aantal views
    - Aantal shares
    - Aantal likes
    - Afhaakmomenten
    - Percentage kijkduur
  • Zet selectief A/B-testing in, bijvoorbeeld door simpelweg een maand lang de conversie van een product bij te houden waarbij in situatie A er geen video op de productpagina staat en situatie B wel.

Vraag 7: Wat investeer je?

Bedenk goed wat je realistisch (en blijvend) kunt investeren. Dit gaat zowel om eigen mensen en middelen als om beschikbaar budget voor (in)huren.

Ook als je een opdracht uitbesteed, zal er vanuit je bedrijf iemand de nodige medewerking moeten verlenen:

  • Duidelijke, eenduidige informatie tijdig aanleveren 
  • Medewerking/informatie van anderen in het bedrijf regelen
  • In sommige gevallen ook locaties of spullen van het bedrijf regelen
  • Goedkeuren van offerte, planning, de video en mogelijk meer tussenstappen
  • Feedback geven op voorkomende vragen van de videomaker


Als je de video binnen het bedrijf maakt, dan kost dit natuurlijk nog een stuk meer tijd van jouzelf en/of je organisatie. Vraag jezelf kritisch af of jij/zij zoiets er bij kunnen doen op het kwaliteitsniveau dat je voor ogen hebt. 

Next steps

Nu is het tijd om je eigen video te gaan maken! Je hebt drie opties:

1. Ga filmen!
Met al deze kennis in je achterhoofd 'begin je gewoon'. Het klinkt misschien tegenstrijdig met de adviezen, maar het belangrijkste is toch doen – en er dan van leren.

2. Maak een plan!
Maak een plan van aanpak, dat zo simpel mogelijk is voor wat jij nodig hebt. Je kunt hiervoor gebruik maken van de planning hierboven.

3. Huur een professional!
Lukt het niet (allemaal) zelf? Check dan de adviezen hierboven, om een deel van het werk aan professionals over te laten.

Tot slot zijn we natuurlijk heel benieuwd of het je gelukt is om zelf (of samen) een video te maken die voldoet aan je wensen. We horen het graag!


Extra: Basisrollen film crew

Regisseur (‘Director’)
Heeft de eindverantwoordelijkheid voor de vorm en inhoud 

Opnameleider of regie-assistent (‘AD’)
Helpt het ‘shooting schedule’ op te stellen tijdens de voorbereiding en om deze volledig en efficiënt af te werken tijdens de shoot. Bereidt cast en figuranten voor op komende shots, zodat deze klaar staan bij ‘de set’. Bewaakt de tijd tijdens de shoot en kan soms ook letterlijk ‘omroepen’ wat er moet gebeuren, in overleg met regie en productie. 

Producer of productiemanager
Zorgt dat alles goed is voorbereid en afgestemd en dat iedereen tijdens de shoot goed kan werken, inclusief de klant. Kan verantwoordelijkheid hebben die het productieproces ver overstijgt, vanaf het eerste contact met de klant of bij films zelfs al in het zoeken naar financiering tot het monitoren en promoten van de video die af is. Of heeft vooral over pre-productie en de shoot verantwoordelijkheid (dan bijvoorbeeld ‘line producer’ genoemd) of vooral over de logistieke kant (‘production manager’). 

Camera: Director of Photography (‘DOP’) of Camera Operator
Legt het beeld vast en stuurt andere specialisten aan die daarbij moet helpen (met name licht, grip en focus). Bij grotere producties is er de DOP die al in het voorbereiding met de regisseur meedenkt over ‘het plaatje’ en vooral ook locaties bekijkt zodat de juiste aanwijzingen kunnen worden gedeeld met mensen van licht, grip en locatie. 

Camera-assistent (‘AC’)
Zorgt voor (het wisselen van) de juiste lenzen en dat de ‘focus goed ligt’ oftewel dat het onderwerp scherp in beeld komt, ook als dat eventueel beweegt. Dit maakt een veel professioneler eindresultaat mogelijk, maar luistert erg nauw en is daarom is er een aparte persoon voor nodig om het goed te doen. 

Licht (‘Gaffer’)
Creëert de optimale belichting 

Geluid
Neemt tijdens de shoot (stem)geluid op. Als dit met een microfoonhengel gebeurt, is dit de ‘boom operator’, waarbij dan iemand anders de ‘sound recordist’ kan zijn (bij grotere shoots). Bedient op kleine shoots ook de ‘clapper’ als dit nodig is voor synchronisatie van beeld en geluid. 

Grip
Zorgt ervoor dat camera en lichten op de juiste plek kunnen staan of bewegen. Daarvoor worden altijd statieven en klemmen gebruikt, vaak ook dollies (karretjes), jibs (beweegbare armen) of sliders (korte geleider met verstelbare hoogte) en indien nodig stellingen, hoogwerkers, trussen, rails, kranen, etcetera. 

DIT
De ‘Digital Imaging Technician’ zorgt ervoor dat de opgenomen beelden tijdens en/of na de shoot veilig worden gesteld op harde schijven. Bij ‘ouderwets’ filmen heeft de ‘film loader’ deze rol, maar dan met filmrollen. 

Art Direction / Styling
Bepalen van tevoren hoe cast en locaties er moeten zien, in lijn met de visie van de regisseur en bewaken dit in het verdere proces. 

Make-up & hair (MUH)
Laat cast er op de shoot uitzien zoals styling heeft bepaald 

Kleding (Wardrobe)
Zorgt voor de letterlijke aankleding van de cast. Vaak gedaan door MUH bij kleine shoots. 

Set dressing
Zorgt voor de aankleding van de sets, van meubilair tot planten en soms ook overige attributen (‘props’). 

Locatie
Geschikte locaties uitzoeken, kanshebber van tevoren bekijken (‘scouten’) en goede afspraken maken met definitieve locaties. Tijdens de shoot de logistiek mogelijk maken, zoals bijvoorbeeld plek voor de catering en parkeren. 

Catering
Er moet voor eten en drinken worden gezorgd in lijn met omvang van cast en crew en de werktijden 

Logistiek
Apparatuur moet worden (mee)gebracht door de crew, cast moet op tijd (gebracht) zijn om de make-up in te gaan, etcetera. 

Voor echt grote producties (denk aan Hollywood films) is deze lijst veel te kort. Dan zijn er namelijk complete afdelingen voor elk van de rollen hieronder genoemd, met ieder hun eigen afdelingshoofd, assistenten en allerlei specialisten. 

 Een voorbeeld: de gaffer geeft leiding aan het ‘Grip and electric department’ en heeft meerdere elektriciens en andere vaklui onder zich. Er is een apart team dat rails legt waar de de camera op een karretje overheen rijdt en apart een team dat stellingen bouwt waar belichting op gezet kan worden. Alleen deze afdeling is al zo groot, dat ze een eigen kantoor(gedeelte), opslag, transportmedewerkers en meerdere productie assistenten hebben voor allerlei algemene klusjes die moeten gebeuren. 

Voor meer informatie zijn er veel bronnen te vinden. Zoals: studiobinder

BURO.ONE Digital

We omarmen multidisciplinaire samenwerkingen en integreren technologie, data en design voor positief maatschappelijk impact.

Meer over buro.one
inhoud